zondag 10 oktober 2010

Samenvatting Hoofdstuk 5 Meandra

Een crossmediaal concept is een creatief strategisch ontwerp om beoogde doelstellingen te bereiken via storytelling en een crossmediale inzet.
Vaak worden de volgende stappen onderscheiden: een doel(stelling) formuleren, via een boodschap een doel bereiken, de boodschap verpakken in een verhaal, het verhaal afstemmen op de consumenten, hun mediagebruik en de ‘specifieke eigenschappen’ van het medium, het verhaal verspreiden via verschillende media, de consumenten bereiken, met hen communiceren en de dialoog centraal stellen.
Marketingplan: hoe de omzet van een bepaalde productgroep omhoog moet en met welke producten/diensten, en welke doelgroepen bereikt moeten worden.
Daarna communicatieconcept: behoeften en wensen worden in kaart gebracht en de verschillende mogelijkheden worden op elkaar afgestemd. Een goed concept is mediumonafhankelijk en direct te vertalen naar vormgeving en content.

De ontwikkeling van een concept begint met een briefing van de opdrachtgever. Dit bevat alle achtergrond info die nodig is om een opdracht uit te voeren. Daarna het concept neerzetten, brainstormen en mediumspecifiek denken.
De workflow bij de ontwikkeling van een concept:
Strategie à conceptualiseren à productie à lancering

Het briefingsproces: De briefing is het proces en de brief het document. In de briefing staan de communicatiestrategie, achtergrondgegevens over het product, merkidentiteit, positionering, gebruikers, concurrentie en eerdere concepten. De opdrachtgever maakt zo zijn wensen en ideeën kenbaar. Functie van briefing: informeren, inspireren en controleren.
Marketingcommunicatiebrief van de klant: het doel is de creatieve teams op het goede spoor zetten. De briefing bevat een propositie. Dit is de belofte die je aan je doelgroep doet wat betreft jouw product en/of dienst. Hij is toegesneden op de behoeften van de consumenten die je wilt bereiken. De briefing bestaat meestal uit de volgende 12 punten: strategie en huidige positie van het merk, probleem en opdracht van de klant, beschrijving van de doelgroep(en) en/of volggroepen, communicatiedoelstellingen, propositie: de belofte die je aan je doelgroep doet, onderbouwing van de propositie: dit kan je ideeën geven voor je concept, visuele identiteit: richtlijnen voor de vormgeving, tone of voice: richtlijnen voor de aanspreekwijze, voorkeur voor marketingcommunicatie-instrumenten en media, budget, tijdsplanning, bijlagen.
Het is belangrijk dat iedereen op de hoogte is van de communicatiedoelstellingen. Die zijn namelijk van invloed op het hele crossmediale concept maar ook op het verhaal binnen een specifiek medium.
Debriefing vanuit het bureau: debriefing is een terugkoppeling van je eigen interpretatie van de opdracht en heeft als doel communicatiefouten op tijd te voorkomen. Op die manier kan je laten zien aan de opdrachtgever wat je uit de opdracht hebt begrepen en hij kan weer zien of je het goed hebt begrepen door de debriefing te controleren. Als dit niet het geval is, is het niet erg, want je bent nog niet aan de opdracht begonnen. Het is dus een belangrijke stap in het conceptontwikkelingsproces.
Onderdelen debriefing: aanleiding voor de opdracht, achtergrondinformatie van de opdracht, opdrachtgever, opdrachtnemer, probleemstelling van de opdracht, doelstelling van de opdracht, acties en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen.
De ideale creatieve briefing: idealiter wordt er veel samengewerkt en minstens 4 keer bij elkaar gekomen: tijdens de opdrachtbriefing, de debriefing, het moment dat er mogelijk creatieve oplossingen zijn gevonden en tijdens de conceptpresentatie. Cocreatie tussen klant en bureau zorgt voor een onderscheidende, creatieve, effectieve conceptoplossing. Hierdoor is het proces voor de klant transparant en begrijpelijk.
Sterkte-zwakteanalyse: een SWOT-analyse is een analyse waarbij op basis van sterkes en zwaktes en kansen en bedreigingen, strategische opties worden gedefinieerd. Wordt gebruikt om strategische beslissingen te nemen, de positie van het bedrijf of van de ideeen te herzien, voor plannings- en marketingdoeleinden, een beoordeling van de concurrentie of organisatie, creatieve conceptontwikkeling. In een goede analyse zit het antwoord van een probleemstelling al ingesloten. De stappen: de interne factoren beschrijven, de externe factoren beschrijven, de confrontatiemix invullen, de strategie bepalen.
Concurrentieanalyse: het is belangrijk dat je weet wie je belangrijkste concurrenten zijn, wat hun sterke en zwakke punten zijn  en welke strategie zij hanteren. Door daar op in te spelen kun je jouw product aantrekkelijker maken voor de concurrent. Stappen: lijst maken van producten/diensten die jouw opdrachtgever aanbiedt, opsomming belangrijkste afnemers, overzicht belangrijkste concurrenten, overzicht product-marktcombinaties, combineer de gegevens in een schema, stel vast wat sterke en zwakke punten zijn ten opzichte van je concurrenten, benut de sterke punten en de kansen.
Partnerhipanalyse: het is verstandig te kijken naar bedrijven waarmee je mogelijk zou kunnen samenwerken. Stappen: partijen in kaart brengen, belangen en doelen beschrijven, positie van de partners vaststallen, overzicht maken van de belangen, standpunten en posities, partijen selecteren die betrokken worden bij de projectplannen.
Doelgroep formuleren: bij een concept moet een doelgroep worden geformuleerd. Er moet zo duidelijk mogelijk worden omschreven op wie de communicatie zich richt. Je kunt een profiel maken per doelgroep wat betreft kennis, houding en gedrag. De beïnvloeding van mensen verloopt volgens deze 3 stappen. Om gedrag te veranderen is eerst kennis nodig over het onderwerp en daarna kan de houding ten opzichte van het onderwerp veranderen. De laatste stap is het realiseren van het gewenste gedrag.  Onderzoek naar de doelgroep op 3 niveaus: verkennend doelgroep/volggroeponderzoek, verdiepend doelgroeponderzoek, toetsend doelgroeponderzoek.
Als de doelgroep heterogeen blijkt te zijn is het beter de doelgroep op te splitsen in homogene groepen. Zo kan je verschillende doelgroepen toch efficiënt bereiken door een zo passend mogelijke boodschap te formuleren en geschikte media in te zetten.
Doelstellingen: een doelstelling geeft aan wat het concept na de communicatie-inzet bij de doelgroep moet hebben bereikt.  Bij voorkeur SMART omschrijven: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden.
Ideeën genereren: hierbij is belangrijk dat je weet wat de klant wil en dat je je ideeën direct vastlegt en zo snel mogelijk gebruikt. Een brainstormsessie is bedoeld om snel inzicht te krijgen in de verschillende perspectieven die er zijn om het onderhavige probleem op te lossen. Het is hierbij belangrijk dat iedereen weet wat de probleemstelling is. 7 essentiële spelregels brainstormen: stel een oordeel uit en verbied kritische stellingname, hoe meer ideeën hoe liever, breek een gek of fout idee niet af, geef voorrang aan ideeën die inhaken op een eerder idee, laat toe dat mensen zich in hun ideeën verwijderen van de context van het probleem, alle ideeën zijn eigendom van de hele groep, na de fase van het genereren van ideeën komt er altijd een kritische fase waarin de ideeën worden beoordeeld en geselecteerd.
Verschillende methoden: klassieke brainstormsessie, nominale brainstormsessie, anonieme brainstormsessie, integrerende methode.
Trends en ontwikkelingen: trends zijn een goede inspiratiebron voor nieuwe ideeën en ontwikkelingen. Daarom moet je ze op tijd herkennen. Trends en ontwikkelingen worden vaak op 4 niveaus onderzocht: producttrends, markttrends, consumententrends, maatschappelijke trends.
Het idee visualiseren: het uiteindelijke concept moet niet alleen op papier komen, maar ook visueel zodat de opdrachtgever het kan toetsen. Met een moodboard kun je handig een concept visualiseren. Hiermee probeer je de opdrachtgever te overtuigen. De kracht is dat visuele communicatie effectiever is dan mondelinge communicatie.
Sterk concept neerzetten: conceptualiseren is het verbinden van alle losse deeltjes en ideeën met elkaar. Bij het ontwikkelen van een sterk crossmediaal concept spelen de begrippen storytelling, narrativiteit, mediumspecificiteit, usability, relevantie en cocreatie een grote rol. (In een eerder hoofdstuk al behandeld dus hier niet meer uitgelegd.)
Het concept moet je een gepaste, aantrekkelijke naam geven.
Crossmediale conceptvormen: je hebt het autonome concept en het afhankelijke concept. Samenhang en verbintenissen tussen de verschillende media die je gebruikt is belangrijk.
Een coherente stijl creëren:  Een goed gekozen stijl heeft een positief effect op de uitstraling van een crossmediaal concept en draagt bij aan herkenning door de gebruiker. Door het ontwerp komt de identiteit van het merk of concept duidelijk naar voren.
Projectvoorstel opstellen: 7 onderdelen: introductie en debriefing,research en analyses, strategie, crossmediale concept,verantwoording, ontwerpdocument, bijlagen.
Pitchen: bij een pitch presenteren verschillende bureaus hun voorstellen (concepten), waarna een opdrachtgever de deelnemer kiest met wie hij in zee wil. Het is dus het verkopen van een idee. Het is belangrijk dat je een onderscheidend idee of concept hebt.

Samenvatting wk 5 Raymond

Het ontwikkelingen van een crossmediaal concept is een ontwerp om bepaalde doelstellingen te halen via storytelling en crossmediale inzet. De ontwikkeling hiervan bestaat uit 6 stappen:
1.       Doelstellingen formuleren
2.       Via een boodschap een doel bereiken
3.       Boodschap verpakken in een verhaal
4.       Verhaal afstemmen op de consumenten
5.       Verhaal verspreiden via verschillende media
6.       Consument bereiken en dialoog centraal zetten

Om samen te vatten, de ontwikkeling van een concept bestaat uit 4 delen namelijk
1.       Strategie
2.       Conceptualiseren
3.       Productie
4.       Lancering

Het bepalen van de strategie wordt mede bepaald door de briefing, er wordt dan achtergrondinformatie, aangevuld met probleemstellingen, aanwijzingen, wensen en voorschriften gegeven.

Na het bepalen van de strategie wordt er aandacht besteed aan het conceptualiseren.  Een onderdeel daarvan is de SWOT-analyse, concurrentieanalyse en partnershipanalyse.  

Vervolgens is het daarna belangrijk om de doelgroep helder te hebben. Dit is namelijk het uitgangspunt van het hele concept. Dan kan er een doelstelling gemaakt worden wat het concept bij de doelgroep bereikt moet hebben.

Als de doelgroep en de doelstelling bekend zijn, is de volgende stap ideeën bedenken voor het concept.  Het houden van brainstormsessies en trend en ontwikkelingen in de gaten houden, helpt het verzinnen van ideeën.

Na deze stap zal het idee gevisualiseerd worden. Moodboards worden als basis genomen om een idee te visualiseren.  Omdat dit heel beeldend is, zal dit een grotere kracht hebben dan het mondeling vertellen over het idee.

Om alle losse deeltjes met elkaar te verbinden, zal het concept duidelijk gestructureerd moeten worden. De volgende elementen zullen in het concept moeten terugkomen:
·         Storytelling: Er staat een verhaal centraal in het concept.
·         Mediumspecificiteit: Welke mediums worden gebruikt? Deze media moeten worden afgestemd op de doelgroep en welke media zijn het meest geschikt om te gebruiken?
·         Usability: De ingezette media moeten op de meeste gebruikvriendelijke manier worden ingezet. Frustratie moet voorkomen worden.
·         Relevantie: Probeer zoveel mogelijk informatie die niet nodig is weg te laten.
·         Cocreatie: Hoe wordt de klant bij het product betrokken? Interactie is het sleutelwoord.

Als het concept duidelijk is gestructureerd, moet er gekozen worden tussen concept vormen. Het gaat tussen het autonome concept en het afhankelijke concept.

Vervolgens zal de stijl er omheen bepaald moeten worden. Er zal een soort van huisstijl gecreëerd moeten worden waardoor het concept herkend wordt. 

Samenvatting hoofdstuk 5 Denise

Een crossmediaal concept is een creatief strategisch ontwerp om beoogde doelstellingen te bereiken via storytelling en een crossmediale inzet.
Vaak worden bij de ontwikkeling van een crossmediaal concept de volgende stappen onderscheiden:
1. Doelstelling formuleren
2. Via een boodschap een doel bereiken
3. De boodschap verpakken in een verhaal
4.  Het verhaal afstemmen op de consumenten, hun mediagebruik en de specifieke eigenschappen van het medium.
5. Het verhaal verspreiden via verschillende media
6. De consumenten bereiken, met hen communiceren en de dialoog centraal stellen.

De ontwikkeling van een concept begint vaak met een briefing van een opdrachtgever. Deze briefing geeft informatie over het bedrijf en biedt inspiratie voor degenen die het concept gaat ontwikkelen. Vanuit de briefing zal de strategie van je opdrachtgever in grote lijnen duidelijk moeten worden. Hieruit kun je vervolgens het concept neerzetten. Samengevat bestaat de ontwikkeling uit de volgende workflow: strategieën  (o.a. missie, visie,briefing en debriefing) conceptualiseren (o.a. swot-analyse concurrentieanalyse,brainstormen,cocreatie,pitchen), productie (o.a. ontwerp, vormgeving), lancering (o.a. oplevering, distributie)
BriefingHet geven van achtergrondinformatie, aangevuld met probleemstellingen, aanwijzingen, wensen en voorschriften (Petersen & Holzhauer). Hierin staan enkele elementen die de opdrachtgever nodig acht voor de ontwikkeling van het concept. De opdrachtgever maakt zijn wensen en ideeën kenbaar.
Een briefing bevat ook een propositie; een belofte die je aan je doelgroep doet. Dit moet helder geformuleerd worden. Onderscheidend vermogen is ook belangrijk.
DebriefingDit is het terugkoppelen van je eigen interpretatie van de opdracht en heeft als doel communicatiefouten op tijd te voorkomen.
De opdrachtgever en  zijn opdracht analyserenJe maakt een situatie – analyse. Wat is er aan de hand? Wat wil de klant precies? Hier is een sterkte-zwakte analyse belangrijk en ook een concurrentieanalyse.
SWOT (Strenghts, weaknesses, opperunities, threats) is een analyse waarbij dit strategisch wordt gedefinieerd. De SWOT bevat de volgende stappen:
1. De interne factoren beschrijven (sterke en zwakke punten beschrijven intern)
2. De externe factoren beschrijven (kansen en bedreigingen, ook een concurrentieanalyse)
3. De confrontatiematrix invullen (De vorige stappen met elkaar in relatie brengen)
4. De strategie bepalen (Dit gebeurt ook met behulp van de vorige stappen)
Concurrentie analyse
Wat zijn de sterke en zwakke punten van de concurrenten en welke strategie hanteren zij?
Stappen:
1. Lijst van producten/diensten die het bedrijf aanbiedt
2. Opsomming van de belangrijkste afnemers (consumenten)
3. Overzicht belangrijkste concurrenten
4. Overzicht product-marktcombinaties
5. Combineer de gegevens in een schema.
6. Wat zijn de zwakke/sterke punten van ons.
7. Benut de sterke punten die naar voren komen.

Partnershipbedrijven zijn bedrijven waarmee je mogelijk kan samenwerken.
Doelgroep formuleren
Communicatiedoelstellingen worden vastgelegd op drie niveaus: kennis,houding en gedrag.
Het is verstandig om je doelgroep op te splitsen in meer homogene groepen (doelgroep segmenteren genoemd). Hierdoor kun je het geschikte medium en de juiste boodschap uitdragen. Segmenteren (persoonlijkheid, levensstijl, hobby’s e.d is ook erg belangrijk.

Doelstelling
Dit geeft aan wat het concept bij de doelgroep moet hebben bereikt. Doelstellingen moeten SMART zijn. Specifiek (concreet resultaat), Meetbaar (kwantiteit, kwaliteit, tijd,geld), acceptabel, realistisch en tijdsgebonden.

Ideeën genereren
Je moet natuurlijk weten wat de klant wil. Ideeën genereren kun je doen dmv brainstormsessies. Er zijn een aantal spelregels (o.a. hoe meer ideeën hoe liever, alle ideeën zijn eigendom va de hele groep. Methoden zijn:
Klassieke brainstormsessie (ideeën worden genoteerd)
Nominale brainstormsessie (iedereen schrijft de ideeen op lezen deze dan op)
Anonieme brainstormsessie (ideeën opschrijven en aan begeleider geven)
Integrerende brainstormsessie (twee ideeën worden voorgelezen en er wordt geprobeerd om tot een nieuw idee te komen). De Wie, Wat, Waarom, Waar, Welke, Wanneer en Hoe vragen kunnen hierbij helpen.
trends en ontwikkelingBij conceptontwikkeling is het belangrijk dat je trends en ontwikkelingen op tijd herkent. Trendwatchers houden deze ontwikkelingen in de gaten.  Niveaus van trends en ontwikkeling waarop deze worden onderzocht:
Producttrends (Hangt af van de populariteit van een product) Duur van deze trend is kort.
Markttrend (Voorkeuren en behoeften van de mens, meestal 1 tot 5 jaar. Bijvoorbeeld Sonja Bakker.
Consumententrends: 5 tot 15 jaar. Bijvoorbeeld luie vakanties worden verruild met actieve vakanties.
Maatschappelijke trends: Meganiveaus 10 tot 30 jaar. Bijvoorbeeld vergrijzing.
Idee visualiseren
Met een moodboard kun je het idee handig visualiseren.  Met het doel om de opdrachtgever te overtuigen. Visuele communicatie werkt vele malen effectiever dan mondelinge communicatie.

Een sterk concept neerzettenBij het ontwikkelen van een sterk crossmediaal spelen de begrippen storytelling, narrativeit, mediumspecificiteit, usability, relevantie en cocreatie een grote rol.
Storytelling: Het verhaal moet centraal staan. Bijvoorbeeld de storytelling Max Havelaar, eerlijke handel. Vanuit die gedachte brengt het bedrijf producten op de markt die allemaal voldoen aan het idee dat de oorspronkelijke ontwikkelaar een eerlijk deel  van de opbrengst krijgt. Er is ook een boek. Dit vormt het storytellinggedeelte. Het groeit als de doelgroep interactie kan uitoefenen. Het dialoog aangaan. De consument kan zich ook identificeren.
Mediumspecificiteit: Welke media moet worden ingezet? Welke combinaties zijn het meest relevant? De emotionele impact van de tv, de interactiviteit van het internet. Welke doelgroep past bij welk medium?
Usability: Het moet op een gebruiksvriendelijke manier ‘georkestreerd’ worden. Welke informatie komt op welk medium? Het moet tot herhaalgedrag leiden.
Relevantie: Less is more. Bijvoorbeeld Apple. Het is de mate waarin de dialoog de juiste boodschap bevat op het juiste moment. Aangevuld met emotie. Wat is het dialood? Welke boodschap bevat je concept? Op welk moment dient je concept geconsumeerd te worden? Welke emotie moet de consument vooraf hebben?
Cocreatie: De klant bij het proces betrekken. Met als doel gezamenlijk werken aan producten, ideeën, ervaringen en informatie. Bijvoorbeeld consumenten mogen kiezen welk product er in de markt wordt gezet, stijl/ kleur verzinnen, zelf producten ontwikkelen.

Projectvoorstel opstellen
Een gedetailleerd plan opstellen. Deze bestaat uit 7 delen:
1. Een inhoudelijk deel waarin het wordt geïntroduceerd en wordt besproken (debriefing) (achtergrondinformatie, probleemstelling en doelstelling)
2. Research en analyse (SWOT, parnership)
3. Strategie( ingezette media) speerpunten usability, relevantie en cocreatie
4. Concept
5. Verantwoording
6. Ontwerpdocument
7. Uitgebreide bijlage met schetsen, ontwerpen en vooronderzoeken.

Je concept aan de opdrachtgever presenteren heet pitchen.

Samenvatting week 4 Denise

Hoofdstuk 4: Social media

De consument staat centraal, de consument gaat niet langer passief met media om, maar draagt zelf ook bij aan de totstandkomng en groei. De consument van tegenwoordig krijgt steeds meer een participerende, dominante rol. Het is belangrijk om te weten voordat je een strategie gaat ontwikkelen wat de doelgroep beweegt en wat deze met media doet.Filosoof Joost Reassend onderscheidt drie kenmerken voor de mate van participtatie:
interpretatie; het publiek is actief betrokken bij de betekenisbepaling van een cultuuruiting.
reconfiguratie: De gebruiker heeft de mogelijkheid om een bepaalde omgeving op actieve wijze vorm te geven of te configureren door te selecteren. Voorbeelden: weblogs, hyves, youtube.
Constructie: het toevoegen van nieuwe elementen door bijvoorbeeld zelf nieuwe aplicaties te maken of door al bestaande applicaties te modiiceren ook wel cocreatie genoemd.
Generatie C
Binnen de participatiecultuur wordt de consument aangeduid met de term ‘Generatie C’. Deze mensen (vooral jongeren) die ongeacht hun leeftijd informatie op het internet beschikbaar stellen en privacy soms nauwelijks belangrijk lijken te vinden. Ze zijn belangrijk voor het effect van crossmediaconcepten. Ze delen boodschappen met vrienden. Zo kun je een strategie ontwikkelen die veel publiciteit kan genereren.

De sleutelwoorden bij sociale media zijn ‘samenwerken’en ‘informatie delen’. Het bestaat uit intereactie tussen mensen. Er is dus sprake van verkeer over en weer.

Kenmerken van sociale media:
Communicatie in de vorm van conversatie/dialoog
Actueel: de inhoud wordt continu geüpdatet
Deelnemers zijn mensen en geen organisaties
Openheid en transparantie
De inhoud is deelbaar via de niieuwste technologie door middel van gadgets en embed-codes.
Samenwerken, maken, pull-in in plaats van push-medium.
Toegankelijk
Makkelijk doorzoekbaar en democratisch georganiseerd


Eigenschappen van de nieuwe media
Bij sociale media is er ook een bepaalde wisselwerking: dit wordt de intermedialiteit van sociale media genoemd.
Multimedialiteit  De combinatie van woord, beeld en geluid.Bijvoorbeeld: de VPRO heeft een website, een tv-programma en radio.
Virtualiteit: Een denkbeeldige wereld creeeren die schijnbaar aanwezig is. Bijvoorbeeld Habbo Hotel en Second Life.
Interactiviteit: De mate waarin gebruikers ’s la minute kunnen meewerken aan het veranderen van de vorm en de inhoud van een door een tussenpersoon gestuurde omgeving.
Connectiviteit: Je computer die verbonden is aan je telefoon of een ipod die verbinding heeft met een notebook.
Intermedialiteit: Een wiselwerking. De realtie tussen verschi.llende media.
MAsh –up: hierbij combineren websites twee of meer bestaande, externe databronnen op het internet, met als resultaat nieuwe informatie, vaak gepresenteerd in en verrassende interface.. Bijvoorbeeld Google Maps en RSS-feeds.
Samenvattend kunnen we zeggen dat sociale media een belangrijke schakel vormen voor crossmedialiteit zeker wanneer je je richt op de jonge doelgroepen.

Samenvatting Hoofdstuk 5 Michelle

Een crossmediaal concept is een creatief strategisch ontwerp om beoogde doelstellingen te bereiken via storytelling en een crossmediale inzet. Bij de ontwikkeling van een crossmediaal concept kun je de volgende stappen onderscheiden: een doelstelling formuleren, via een boodschap een doel bereiken, de boodschap verpakken in een verhaal, het verhaal afstemmen op de consumenten, hun mediagebruik en de specifieke eigenschappen van het medium, het verhaal verspreiden via verschillende media en de consumenten bereiken, met hen communiceren en de dialoog centraal stellen.
Aan de hand van het marketingplan kan het communicatieplan worden geschreven. In het marketingplan staat hoe de omzet van een bepaalde productgroep omhoog moet en met welke producten/diensten, en welke doelgroepen er bereikt moeten worden. Tijdens het communicatieconcept worden de behoeften en wensen in kaart gebracht en worden de verschillende mogelijkheden op elkaar afgestemd. De ontwikkeling van een concept begint vaak met een ‘briefing’, hierin wordt alle achtergrondinformatie aangeboden over het bedrijf en biedt het inspiratie voor degenen die het concept gaan ontwikkelen. Samengevat bestaat de ontwikkeling van een concept uit de volgende workflow: strategie, conceptualiseren, productie en lancering. Zodra deze stappen zijn doorlopen, is het tijd voor echt actie. Vaak gebeurt dit in de vorm van pitchen met andere bedrijven (bijvoorbeeld bij lancering van nieuw product en bijbehorende campagne).

Het briefingsproces
Nog iets meer informatie over de briefing. De briefing is het proces en de brief het document. Via een briefing maakt de opdrachtgever duidelijk wat zijn wensen en ideeën zijn. De functie van een briefing is: informeren, inspireren en controleren. Het is belangrijk om zowel een mondelinge als schriftelijke briefing te ontvangen. In het eerste geval kun je gelijk vragen stellen en de schriftelijke versie kun je als referentie gebruiken. In de brief zijn de gemaakte keuzes over het strategisch uitgangspunt en de afspraken tussen klant en conceptontwikkelaar vastgelegd. Het briefingsproces bestaat uit zes briefings. Aan de klantzijde zijn dit de marketing- en communicatiebrief en aan de bureauzijde zijn dit de opdrachtbrief, de debrief naar de klant, de creatieve brief naar het team van creatieve mensen en de debrief binnen het bureau.
Marketingcommunicatiebrief van de klantDe opbouw en indeling van de brief kunnen per bureau of organisatie verschillen. De brief is bij voorkeur wel altijd kort en bondig. Het doel van een briefing is de creatieve teams op het goede spoor te zetten, zodat ze aan de slag kunnen. Een goede briefing bevat een propositie (de belofte die je aan je doelgroep doet wat betreft jouw product en/of dienst), anders kunnen de creatieve mensen niet aan het werk. De propositie is gericht op de behoeften van de consumenten die je wilt bereiken en heeft een onderscheidend vermogen. Als de briefing geen onderscheidende propositie heeft, moeten de creatieve teams zelf een propositie bedenken en van hieruit werken. De kans is dan wel groot dat het uiteindelijke concept niet overeenkomt met de wensen van de opdrachtgever. Een briefing bestaat uit de volgende 12 punten: strategie en huidige positionering van het merk, probleem en opdracht van de klant, beschrijving van de doelgroep, communicatiedoelstellingen, propositie, onderbouwing van de propositie, visuele identiteit (richtlijnen voor de vormgeving), tone of voice (richtlijnen voor de aanspreekwijze), voorkeur voor marketingcommunicatie-instrumenten en media, budget, tijdsplanning en bijlagen.
Wanneer je in een crossmediaal team werkt, is het belangrijk dat iedereen op de hoogte is van de communicatiedoelstellingen die de opdrachtgever verlangt. Elk ingeschakeld medium maakt deel uit van het geheel, maar afzonderlijk van elkaar kunnen de media verschillende doelstellingen hebben. De opdrachtgever moet er dus voor zorgen dat hij deze opneemt in zijn briefing.
Debriefing van het bureauEen debriefing is een terugkoppeling van je eigen interpretatie van de opdracht en heeft als doel communicatiefouten op tijd te voorkomen. Mochten de feiten die jij in je debriefing zet niet kloppen, dan kan de opdrachtgever je daar tijdig op wijzen. Briefen blijkt meer dan eenzijdig informeren. Er is een dialoog nodig, tweezijdige communicatie: ideeën moeten heen en weer kunnen gaan en in een gesprek tot leven komen. De debriefing is dus een belangrijke stap in het hele conceptontwikkelingsproces. Bij debriefing worden minimaal de volgende onderdelen onderscheiden: aanleiding van de opdracht, achtergrondinformatie van de opdracht, opdrachtgever, opdrachtnemer, probleemstelling van de opdracht, doelstelling van de opdracht, acties en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen.
De ideale creatieve briefingTijdens een briefingproces wordt er veel samengewerkt. Men komt minimaal vier keer bij elkaar: tijdens de opdrachtbriefing, tijdens de debriefing, op het moment dat er creatieve oplossingen worden gevonden en tijdens de conceptpresentatie. Cocreatie tussen klant en bureau zorgt voor een onderscheidende, creatieve en effectieve conceptoplossing. Vanaf het begin moeten alle stadia door klant en bureau gezamenlijk worden doorlopen.
De sterkte-zwakteanalyseEen SWOT-analyse is een analyse waarbij op basis van sterktes en zwaktes en kansen en bedreigingen, strategische opties worden gedefinieerd. Het kent de volgende stappen: de interne factoren beschrijven, de externe factoren beschrijven, de confrontatiematrix invullen en de strategie bepalen. Elk onderdeel moet goed worden gemotiveerd. ConcurrentieanalyseJe vergroot je eigen kansen als je de concurrentie goed in de gaten houdt. Door in te spelen op sterke en zwakke punten van je concurrenten, kun je jouw product of dienst net wat interessanter maken voor de klant. Het is ook verstandig om te kijken naar bedrijven waarmee je mogelijk zou kunnen samenwerken. Wanneer je een analyse wilt maken van mogelijke ‘partnerships’, kun je het beste de volgende vijf stappen volgen: partijen in kaart brengen, de belangen en doelen beschrijven, de positie van de partners vaststellen, een overzicht maken van de belangen, standpunten en poities, en de partijen selecteren die betrokken worden bij de projectplannen. Een doelgroep formulerenBij de omschrijving van de doelgroep moet zo duidelijk mogelijk worden omschreven op wie de communicatie zich richt. Per doelgroep kun je een profiel maken wat betreft kennis, houding en gedrag. De beïnvloeding van mensen loopt volgens deze drie stappen. Allereerst is kennis nodig om het gedrag te kunnen veranderen. Om goed onderzoek te kunnen doen naar je doelgroep, moet je dit doen op drie verschillende niveaus: verkennend doelgroep/volggroeponderzoek, verdiepend doelgroeponderzoek en een toetsend doelgroeponderzoek. Als uit een analyse blijkt dat de doelgroep heterogeen is, is het verstandig de doelgroep te splitsen in meer homogene groepen (doelgroepsegmenteren). Deze verdeling maakt het mogelijk om de verschillende doelgroepen toch allemaal op een effectieve wijze te bereiken.
De doelstellingenEen doelstelling geeft aan wat het concept na de communicatie-inzet bij de doelgroep moet hebben bereikt. Bedenk wat het publiek na het bekijken van jouw concept minimaal moet onthouden, voelen of doen. De doelstelling kan beschreven worden door middel van SMART: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Ideeën genererenEen interessant kenmerk van ideeën genereren is dat je niet kunt voorspellen wat de uitkomst ervan zal zijn. Belangrijk is dat je weet wat de klant wil. Om goede ideeën te verzinnen is het belangrijk om steeds op verschillende plaatsen na te denken i.p.v. dezelfde plaats. Je kunt bijvoorbeeld een brainstormsessie houden. Dit is bedoeld om snel inzicht te krijgen in de verschillende perspectieven die er zijn om het probleem op te lossen. Er zijn zeven spelregels voor een brainstormsessie: stel een oordeel uit en verbied kritische stellingname, hoe meer ideeën hoe beter, breek een fout niet af, maar gebruik het als springplank voor een ander idee, geef voorrang aan ideeën die inhaken op een eerder idee, freewheeling, alle ideeën zijn eigendom van de groep, na de fase van het genereren van ideeën komt er altijd een kritische fase waarin de ideeën beoordeeld en geselecteerd worden. Er zijn drie manieren van brainstormen: klassieke brainstormsessie, nominale brainstormsessie, anonieme brainstormsessie en de integrerende brainstormsessie. TrendsontwikkelingBij conceptontwikkeling moet je goed op de hoogte zijn wat de laatste trends zijn. Trends kunnen leiden tot een hogere omzet, er moet dan wel een context gecreëerd worden waarin de trend duidelijk naar voren komt. Trends en ontwikkelingen worden op 4 niveaus onderzocht: producttrends, markttrends, consumententrends en maatschappelijke trends. Het idee visualiserenMet een moodboard kun je een concept visualiseren naar de opdrachtgever toe. Zo probeer je een gevoel, idee of een overtuigen over te brengen. De grote kracht van moodboards is dat visuele communicatie effectiever is dan mondelinge communicatie.
Bij het ontwikkelen van een sterk crossmediaal spelen de begrippen storytelling, narrativiteit, mediumspecifiteit, usability, relevantie en cocreatie een grote rol. Het is raadzaam het concept niet weken te laten voortduren, maar te zorgen voor een korte, krachtige periode. Storytelling houdt in dat de producent rekening houdt met visies, houdingen, overtuigingen, motivaties en interesses die voor de consumenten een betekenis hebben (IKEA). Nadat je het verhaal hebt geformuleerd, wordt de media-inzet bepaald. Een crossmediaal concept houdt rekening met datgene wat een medium onderscheidt van andere media: de mediumspecifiteit. Het gaat hierbij om gevoelens en emoties dat een medium oproept. Een crossmediaal concept moet niet alleen aansluiten bij de doelgroep, maar ook op een gebruiksvriendelijke manier worden ingezet (usability). Relevantie is ook een belangrijk begrip. Welke informatie is relevant, wat heb jij nodig? We willen tegenwoordig niet meer, meer, meer, maar steeds minder. Less is more. Bij cocreatie gat het erom de klant bij het hele proces te betrekken, met als doel gezamenlijk te werken aan producten, ideeën en ervaringen. Crossmediale conceptvormenTwee concepvormen: autonomoe en afhankelijke conceptvorm. Het is belangrijk dat je zorgt voor samenhang tussen de verschillende media voor je crossmediale concept. Welke media voor welke boodschap etc.

Een coherente stijl creërenEen coherent beeld/ visuele identiteit. De visuele identiteit heeft de volgende functies: herkenbaarheid, bekendheid, identificatie, kwaliteitsonderstreping, ordering en een krachtige samenvatting van datgene waar de organisatie voor staat. Het bedrijf moet te herkennen zijn aan een bepaalde stijl.
Voordat je je concept kunt presenteren, moet je het documenteren in een projectvoorstel. Het geeft je potentiele opdrachtgever inzicht in het concept, maar ook de teamleden van het project krijgen inzicht. Zeven onderdelen: inhoudelijk deel, de research en analyse, strategie, concept, verantwoording, ontwerpdocument, uitgebreide bijlage.
PitchenBij een pitch wil de opdrachtgever weten wat je van plan bent met de opdracht en welk concept hieruit kan voortkomen. Je presenteert de kerninformatie en het projectvoorstel. Tijdens je presentatie moet je uitstralen dat wat je zegt je kunt waarmaken.

donderdag 7 oktober 2010

Stelling week 4 Denise

Over 5 jaar bestaat er geen verschil meer tussen crossmediale concepten en sociale media: een succesvol crossmediaal concept is dan alleen nog te realiseren op basis van een effectieve social media-strategie.

Ik ben het niet eens met deze stelling:
Social media is in de afgelopen jaren enorm gegroeid. Sociale media worden voor diverse campagnes ingezet en vooral bij campagnes die op jongeren gericht zijn. Jongeren maken erg veel gebruik van social media zoals hyves, facebook en twitter. De ' oudere' generatie in Nederland maakt minder gebuik van sociale media. Bij een campagne die specifiek gericht is op ' ouderen' is social media geen basis voor een succesvol crossmediaal concept. Over 5 jaar zullen ongetwijfeld nog meer mensen gebruik gaan maken van social media. Maar er zullen altijd mensen blijven die hiervan geen gebruik (willen) maken. En over 5 jaar worden er nog steeds crossmediale concepten ontwikkeld. Deze concepten moeten ook bekend worden gemaakt bij de doelgroep, en dus ook de mensen die geen gebruik maken van social media. Dus ik ben het niet eens met deze stelling.

woensdag 6 oktober 2010

Stelling week 4 Michelle

Over 5 jaar bestaat er geen verschil meer tussen crossmediale concepten en sociale media: een succesvol crossmediaal concept is dan alleen nog te realiseren op basis van een effectieve social media-strategie.

ik ben het niet eens met de stelling. Het gebruik van sociale media neemt toe en is inderdaad populair en ook steeds succesvoller in productcampagnes. Ik denk alleen niet dat het het succes enkel en alleen komt door het gebruik van sociale media. Je moet ook denken aan de doelgroep. Als de doelgroep jongeren is, weet je vrijwel zeker dat je een groot deel daarvan kan bereiken via sociale media. Wil je ouderen bereiken, dan kun je ook gebruikmaken van sociale media, maar is de kans groot dat je een veel kleiner percentage bereikt. Het kan echter ook aan het soort product liggen dat je lanceert en wat je wilt uitstralen als bedrijf om te kiezen voor sociale media.