dinsdag 5 oktober 2010

Samenvatting Hoofdstuk 4 Michelle

Het belangrijkste kenmerk van het nieuwe mediatijdperk is dat de consument centraal staat. Vanuit de mediawereld wordt de nieuwe rol van de consument gebruikt als onderdeel van een mediastrategie (wisdom of crowds). Wanneer er dus een strategie ontwikkeld wordt, is het belangrijk dat je precies weet wat de doelgroep beweegt en wat deze met media doet. Op basis hiervan kun je bepalen welke media je inzet en op welk moment je dit doet. Er is steeds meer sprake van een participatiecultuur, waarin mensen interactief deelnemen aan allerlei activiteiten (Henry Jenkins). Filosoof Joost Raessens onderscheidt drie kenmerken voor de mate van participatie:
- interpretatie à wisdoms of crowds
- reconfiguratie
à user generated content
- constructive
à cocreatie
Met interpretatie wordt bedoeld dat het publiek actief betrokken is bij de betekenisbepaling van een cultuuruiting. (Een onderwerp kan anders geïnterpreteerd worden dan oorspronkelijk bedoeld was). Reconfiguratie wil zeggen dat de gebruiker de mogelijkheid heeft om een bepaalde omgeving op actieve wijze vorm te geven of te configureren door te selecteren uit keuzemogelijkheden. Constructie is het toevoegen van nieuwe elementen, door bijvoorbeeld zelf nieuwe applicaties te maken of door al bestaande applicaties te remixen (cocreatie). De nieuwe participatiecultuur is gevormd aan de hand van drie trends: nieuwe gereedschappen en technologieën, er is onder de subculturen steeds meer aandacht voor de Do It Yourself-mediaproductie waarbij de consumenten zich de technologieën eigen maken om zelf content te kunnen produceren. De derde en laatste trend is economisch van aard.
In de jaren 70 was er de zogeheten ‘uses and gratifications’ benadering. Volgens deze benadering is het mediagebruik van de consument gebaseerd op individuele behoeften en verlangens. Tegenwoordig staat deze benadering weer in de aandacht. Dat komt omdat de hedendaagse consument actief en gemotiveerd is.  Door de komst van sociale media is het mogelijk een andere aanpak te gebruiken. Het surfgedrag op sociale netwerken is voor vele gebruikers een manier van ontspanning, waarbij gezelschap en contact met gelijkgestemden belangrijk zijn.
Binnen de participatiecultuur wordt de consument aangeduid met de term ‘Generatie C’. Dit is een groep, die ongeacht hun leeftijd, informatie op het internet beschikbaar stellen en privacy soms nauwelijks belangrijk lijken te vinden. Generatie C zijn de toekomstige consumenten die zich actief op het internet presenteren, controle hebben en content genereren.
Sociale media staan enorm in de belangstelling de laatste tijd. De term verwijst naar de integratie van technologie met sociale interactie met behulp van woorden, beeld en geluid. Doordat steeds meer mensen hier gebruik van maken lijkt de tijd van zenden voorbij te zijn en moeten overheden en het bedrijfsleven meer luisteren naar en samenwerken met elkaar en de consument. Waar traditionele media vooral eenrichtingsverkeer vormen van de maker naar de ontvanger, bestaan sociale media vooral door de interactie tussen mensen. Een artikel bij sociale media is nooit af omdat er continu aan gesleuteld wordt door gebruikers. Sociale media hebben een aantal eigenschappen die specifiek zijn voor nieuwe media. Nieuwe media zijn te herkennen aan multimedialiteit, virtualiteit, interactiviteit en connectiviteit. Bij sociale media is er ook een bepaalde wisselwerking, dit wordt de intermedialiteit van sociale media genoemd.
De multimedialiteit van sociale media heeft betrekking op de combinatie van woord, beeld en geluid.
Sociale media bieden ook de mogelijkheid om virtuele werelden te simuleren. Iets is virtueel als het in het echt niet bestaat, maar het lijkt alsof het wel bestaat. Een derde kenmerk van sociale media is de interactiviteit. Eenrichtingsverkeer gaat over in verkeer dat alle richtingen opgaat. Het vierde en laatste kenmerk van sociale media is de connectiviteit. Dit houdt in dat de verschillende mediagebruikers en hun technologische hulpmiddelen met elkaar verbonden zijn.
Sociale media hebben ook een bepaalde wisselwerking met elkaar, dit wordt intermedialiteit genoemd, een concept dat door mediawetenschappers wordt gebruikt om de verschillende mogelijke relaties tussen media te duiden. Het beste voorbeeld is een mash-up. Bij een mash-up combineren websites twee of meer bestaande, externe databronnen op het internet, met als resultaat nieuwe informatie, vaak gepresenteerd in een verrassende interface.
Honingraatmodel voor het sociale web:
- identiteit (mensen hebben een identiteit en kunnen elkaar binnen een systeem identificeren)
-aanwezigheid (een manier om te weten wie er online is, beschikbaar of in de buurt)
- relaties (een beschrijving van hoe mensen aan elkaar gerelateerd zijn)
- conversaties (hoe je met elkaar praat via een systeem)
- groepen (groepen binnen een internetcommunity)
-reputatie (de status van een persoon)
- delen (dingen delen die voor de betrokkene belangrijk zijn)
Je hoeft niet alle bouwstenen te gebruiken, de meeste sociale netwerken gebruiken één of twee bouwstenen.
Er wordt tegenwoordig veel samengewerkt via sociale media. Weblogs zijn ook in opkomst. Dit zijn websites waarop door bloggers regelmatig nieuwe berichten worden geplaatst waarop mensen weer kunnen reageren. Technisch verschillen weblogs niet van andere websites op het internet. Over het algemeen heeft iedere weblog een vast publiek. Er zijn verschillende factoren die de populariteit van weblogs verklaren (blz 122). Er zijn zes verschillende soorten weblogs: persoonlijke, specialinterest (of bedrijfs), gesponsorde, corporate, communicatie (of kennismangementtool) en microblogs. Sommige bedrijven zetten een weblog in als virale marketing: ze beginnen een weblog zonder te zeggen dat zij erachter zitten. Vervolgens doen ze er alles aan dit weblog zo onafhankelijk mogelijk te laten overkomen, terwijl ondertussen de kwaliteiten van het nieuwe product worden aangeprezen.
Er zijn vier verschillende soorten mash-ups: combineren, verzamelen, zoeken en aggregeren.
Widgets of gadgets zijn vooral veel te vinden op social netwerksites. Widgetmarketing drijft mee op een ontwikkeling waaraan zowel consumenten als marketeers een hoop lol beleven. Widgets brengen marketeers en consumenten bij elkaar. Dit komt mede doordat consumenten widgets vrijwillig gebruiken en verder verspreiden zonder dat deze hun ongedrongen worden door marketeers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten