dinsdag 14 september 2010

Samenvatting Hoofdstuk 1 Michelle

Over de afgelopen jaren is er een ontwikkeling te zien in de soorten media en het gebruik daarvan. Media geven verwijzingen naar andere media, bijvoorbeeld een tijdschrift dat vermeldt informatie te kunnen vinden op een internetsite. Toch is het dialoog de ideale vorm van communiceren. Volgens Socrates omdat er na iedere vraag weer een andere vraag gesteld kan worden en je op deze manier met elkaar blijft communiceren.  Door de ontwikkelingen in de media krijgt het woord ‘massamedia’ een andere betekenis dan dat het vroeger had. Toen werd er uitgegaan van het ‘one-to-many-principe’, hiermee bereikt een bepaald medium een groot publiek. Nu is er meer sprake van een ‘many-to-many-principe’ waarbij iedereen zich kan richten tot een groot publiek, bijvoorbeeld via weblogs. .

Waarom worden steeds meer media met elkaar gecombineerd? Dat is meestal om een specifieke boodschap te versterken. Het combineren van verschillende media wordt in de marketing- en communicatiewereld aangeduid met de term ‘ mediamix’. Een mediamix laat zien welke media in welke mate bij een campagne worden ingezet om de doelstellingen te halen.

Levine, Locke, Searls en Weinberger beschreven in hun boek The Cluetrain Manifesto dat de wereld was veranderd door de komst van internet en dat deze veranderingen tot een verandering zouden kunnen leiden in het bedrijfsleven. In plaats van de top-bottumbenadering die veel gebruikt werd in bedrijven, zou er overgegaan worden op een bottum-upbenadering, waarbij de interactie met de klant een centrale rol speelt.


De laatste jaren heeft de gebruiker van het internet meer mogelijkheden gekregen. Zij werden zelf meer ‘ in control’ , ze konden zich bezig gaan houden met zaken die voorheen niet aan de orde waren. Dit is een van de redenen dat crossmedia in opkomst kwam.

Vanuit de techniek werd er gesproken van multichanneling: het verspreiden van dezelfde content over verschillende kanalen. De marketingvisie richt zich vooral op creativiteit en effectiviteit. De efficiëntie is het hoogst als traditionele en nieuwe media zo worden gecombineerd dat er optimaal gebruikgemaakt wordt van de kwaliteiten van beide. Als media zo worden ingezet dat hun mogelijkheden ten volle worden benut en waarbij de doelgroep ook ruimte heeft om te participeren, dan kan je het crossmediaal noemen.

Crossmedia als term is moeilijk uit te leggen en wordt daarom vaak te eenzijdig uitgelegd. Het gaat veel verder dan de aanbodkant van de producent. Het wordt ook bepaald door de persoonlijke levens van de consument. Crossmedia-expert Monique de Haas ziet crossmedia als een communicatiemiddel waarbij het verhaal je uitnodigt om van het ene naar het andere te gaan en weer terug. Hierdoor is er sprake van tweerichtingsverkeer. Bij crossmediacommunicatie zijn alle boodschappen en instrumenten zodanig op elkaar afgestemd dat ze elkaar aanvullen en versterken. Het is dus een middel tot een groter doel.

Het begrip ‘concepting’ (dat vaak samen genoemd wordt met crossmedia) wordt gedefinieerd als het proces van het zoeken naar een gemeenschappelijke gedachtegoed tot het vaststellen en uitdragen daarvan. Communicatie is het belangrijkste middel om de continuïteit van een merk te handhaven.

Het lijkt er soms op dan briljante ideeën zo uit de lucht komen vallen, maar er kan ook vooraf onderzoek gedaan zijn om te kijken of een idee realistisch is. Bij het onderzoeken kun je bijvoorbeeld denken aan kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Ideeën hoeven ook niet altijd nieuw te zijn, maar kunnen ook adaptaties zijn van andere ideeën, ook wel ‘remediatie’ genoemd.

Het fenomeen concept wordt regelmatig gekoppeld aan de termen missie en visie. Een missie definieert de bestaansgrond van een organisatie en geeft antwoord op de vraag: waarom doen we wat we doen? Voor het bepalen van een missie zijn visie en durf nodig, want hieruit worden strategie en de organisatiedoelen afgeleid. Een visie is een consistente blik op de toekomst en geeft de gewenste situatie aan. Zonder visie, missie en strategie is het praktisch onmogelijk om binnen een organisatie een duidelijk concept neer te zetten en zonder een duidelijk concept kan je de doelstellingen ook wel vergeten.
Als er een crossmediale strategie bepaald is, kan worden gestart met het ontwikkelen van een concept. De visie en de missie van de opdrachtgever vormen hierbij het uitgangspunt. De volgende stap is het afbakenen van de doelgroep, het uitgangspunt voor een concept. Bij de ontwikkeling van een concept hoort ook een boodschap die duidelijk en aantrekkelijk moet zijn voor de consument.

Crossmedia werkt in twee richtingen: enerzijds is het een top-downproces gestuurd door producenten, anderzijds is het een consumentgedreven bottom-upproces. Dit schept de verwachting dat er steeds nieuwe ideeën bedacht worden.  Dit leidt tot meer participatie van de consument in het mediaproces. Crossmediaal denken kan er voor zorgen dat producenten gehoor geven aan de meningen en behoeften van consumenten om ze vervolgens uit te nodigen om samen nieuwe ideeën te generen en bestaande diensten te verbeteren.

Het bedrijfsleven is niet altijd blij met die interactieve consument, omdat er nu een culturele omslag gemaakt moet worden. Enerzijds wordt participatie aangemoedigd en anderzijds wordt het ontmoedigd. Door deze wisselende signalen weet de consument niet goed meer wat er van hem verwacht wordt. Bedrijven zijn sceptisch: crossmedia biedt nieuwe kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten