zondag 26 september 2010

Samenvatting Hoofdstuk 3 Meandra

Samenvatting Hoofdstuk 3 Crossmediale conceptvormen

Om een goed crossmediaal concept te kunnen ontwikkelen moet je weten hoe de markt in elkaar zit en wat het speelveld inhoudt. Als het concept niet goed is zullen consumenten het niet kopen.
Conceptontwikkeling is het uitwerken van een thema, verhaal of idee dat tot de verbeelding spreekt. Het vervult een behoefte. Bij conceptontwikkeling moet je rekening houden met de speerpunten uit hoofdstuk 2: storytelling, mediumspecificiteit, usability, relevantie en cocreatie.

Drie verschillende tekens in relaties (Charles Peirce):
·         Iconen die een gelijkenisrelatie vertonen (overeenkomstig)
·         Indexiacale tekens die naar iets verwijzen (verwijzend)
·         Symbolen: tekens die op een conventionele overeenkomst berusten (esthetisch)

Deze verschillende tekens geven weer een beeld van de manieren waarop crossmediastrategie ingezet kan worden.

Een iconische relatie: content over verschillende kanalen vertoont een grote gelijkenis. Bijvoorbeeld televisiecommercial waarvan het geluid op de radio wordt uitgezonden.
Een indexicale relatie: Bijvoorbeeld televisiespotjes of krantenadvertenties die verwijzen naar het internet. Het is belangrijk dat de content waarnaar verwezen wordt anders is of anders aangeboden wordt dan bij het verwijzende medium.
Een symbolische relatie: verschillende media verwijzen niet alleen naar elkaar, maar appelleren aan een waarde die uitstijgt boven de individuele uitingen.

Er zijn drie drijfveren van crossmedia: technologische, economische en culturele. Door de ontwikkelingen op deze gebieden verandert het medialandschap en het is belangrijk je daarvan bewust te zijn.

Technologische drijfveren: de mogelijkheid tot het gebruik van verschillende nieuwe distributiekanalen, waarbij je nadrukkelijk ook de andere elementen moet betrekken die bij crossmedia een rol spelen.
Convergentie houdt in dat verschillende technologieën en/of marktpartijen naar elkaar toe groeien.
Economische drijfveren: crossmediaontwikkelingen hebben vooral een economisch karakter, want als je een product via verschillende media uitrolt, kun je de klanten op allerhande manieren van dienst zijn.
Culturele drijfveren: Nieuwe behoeften, levensstijl en nieuwe manieren van mediagebruik en andere mediadagbesteding. Consumenten nemen zo hun lot in eigen handen en creëren empowerment.
Drie soorten verschuivingen: tussen media onderling, gebruik van bepaalde media, elke nieuwe generatie ontwikkelt weer een nieuw mediagedrag.

Twee soorten crossmediaconcepten:
Het autonome 'transmediale' concept
Verhaal of merk dat verspreid wordt over verschillende media. De ingezette media staan geheel op zichzelf. Deze autonome media kunnen verschillende doelgroepen aantrekken. Vier deeleffecten voor multimediasynergie: bereikeffect, herhalingseffect, complementair effect, voorwaartse en achterwaartse overdrachtseffecten.
Fancultuur: fans organiseren conventies en gaan verkleed enz. Bijvoorbeeld Star trek.
Cocreatie: Fans bedenken zelf nieuwe verhalen, ideeën en films.
Entertainmentsupersysteem: concepten, een figuur, groep figuren die ontwikkeld zijn voor een bepaalde doelgroep en later grote commerciële successen worden voor verschillende doelgroepen. Bijvoorbeeld Pokémon, Batman en Oprah (echt persoon kan dus ook). Een supersysteem is cultuur-, generatie- en leeftijdoverschrijdend.

Het afhankelijk ‘geïntegreerde’ concept
Ingezette media zijn met elkaar versmolten. Er kunnen meerdere doelstellingen binnen één communicatiedoelstelling behaald worden. De eigenschappen van afzonderlijke media vullen elkaar aan en zijn dus complementair. Er is een homogene doelgroep.
Pervasive game: interactief spel waarbij voor het totaalplaatje meerder aangeboden media nodig zijn. Ze vervagen de grens tussen spel en realiteit en het spel gaat continue door. Het spel omgeeft de speler altijd en overal en de speler is zelf de hoofdrolspeler. Bijvoorbeeld de Nokia Game.
Cross over: de maker probeert sturing te geven om over te schakelen van het ene medium naar het andere.  Binnen het geïntegreerde concept is dit noodzakelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten